Passion

Statie in Sint Pieter.

In de laatste periode van de heilige tijd, welke vandaag begint, treedt de gedachte aan de voorbereiding der geloofsleerlingen op de achtergrond en krijgt de vrijwillige boete der gelovigen een nieuwe betekenis. Hun vasten is een vrijwillig lijden met den Heer, die nu weldra zijn Passie gaat beginnen. In de Evangelielezingen zien wij van dag tot dag, hoe de haat tegen Christus toeneemt en hoe het verraad wordt voorbereid. In de gezangen is het niet alleen de zondige mens die klaagt tot God; wij horen er ook de stem des Heeren in, die in de onbegrijpelijke verlatenheid van zijn lijden tot den Vader roept. Christus treedt binnen in zijn diepste vernedering. De vrome middeleeuwen hebben dit verzinnebeeld door het gebruik de beeltenissen des Heeren in deze Passietijd met paarse doeken te omhullen.

In de Introitus en het Graduale van vandaag luisteren wij naar den Heer, die zijn Vader om bijstand smeekt. Met dezelfde woorden bidden wij God, dat Hij ons door de kracht van Christus’ Kruis zijn heil wil schenken. In het Epistel predikt ons Paulus het geheim van de verlossing in het Bloed van den énen Hogepriester en Middelaar. De Communio wijst ons reeds op bet mysterie van Witte Donderdag: het geofferde Lichaam en het gestorte Bloed, steeds opnieuw genuttigd tot gedachtenis en deelneming aan onze verlossing.